Als één van de weinige Poolse steden kwam Krakau de Tweede Wereldoorlog ongeschonden door. De monumentale binnenstad laat een roemrijk verleden zien dat niet voor niets op de werelderfgoedlijst van Unesco staat. De schoonheid van de stad Krakau staat in schril contrast met de gruwelen die op nog geen 60 km afstand plaatsvonden in de concentratiekampen Auschwitz I en Auschwitz-Birkenau. In 1945 werd het kamp door Russische soldaten bevrijd en wat men er aantrof ging en gaat elk voorstellingsvermogen te boven.
In de periode 1941-1943 werd de wijk Podgorze aangewezen als woonplek voor meer dan 20.000 joden uit Krakau en omgeving. Het vroegere getto is nu niet meer herkenbaar, maar als u weet waar u kijken moet, dan zijn er nog vele sporen van de geschiedenis zichtbaar. Aan de overkant van de rivier ligt de Joodse wijk Kazimierz. Aanvankelijk was Kazimierz een apart stadje, omsloten door water, waar de Joodse bevolking van Krakau in de 15de eeuw naartoe moest verhuizen. Eind 18de eeuw werd Kazimierz een wijk van Krakau, tegenwoordig is het één van de meest populaire wijken van de stad. Hoewel er nu nog nauwelijks Joden wonen, getuigen de architectuur en de vele synagogen van een zichtbaar Joods verleden.
Begin jaren vijftig werd arbeiderswijk Nowa Hota gebouwd voor de 38.000 arbeiders van de nabijgelegen staalfabriek. Het moest dienen als voorbeeld van communistische stedenbouw. Brede wegen met lange gevels maskeren grote woonblokken en arbeiderskantines, alle voorzien van schuilkelders. Voor religie was geen plek, Nowa Huta moest een kerkenvrij arbeidersparadijs worden.
Ga direct naar het reisaanbod in Polen